De oogbol heeft de vorm van een ronde bal met een doorsnede van ongeveer 2,3 cm en is grotendeels gevuld met glasvocht. Daardoor kan het zijn ronde vorm behouden. De ronde vorm is belangrijk voor een juiste breking van het licht.

Hij ligt in de oogkasholte (orbita) en is omgeven door vetweefsel, oogspieren, ooglidspieren en botweefsel. Met zes oogspieren is deze verbonden aan de oogkas. Deze spieren zorgen ervoor dat die kan bewegen en we dus onze blik kunnen richten.

De oogbol bestaat uit relatief zachte materialen en is daardoor vrij kwetsbaar. De benige oogkassen en de oogleden hebben een beschermende functie. We knijpen onze oogleden samen bij fel licht, zodat er minder licht in de pupil kan komen. En we knipperen met onze oogleden om uitdroging van de oogbol te voorkomen en om onze ogen te beschermen tegen vuil en stof als er een voorwerp onze kant op komt.

Functie

De oogbol op zich heeft geen functie, maar de onderdelen waar de oogbol uit is opgebouwd des te meer. Alle onderdelen van de oogbol tezamen maken dat we in staat zijn om licht om te zetten in beelden. De functie van de oogbol lijkt op die van een fototoestel. In de oogbol zitten lenzen (de ooglens en het hoornvlies dat door zijn bolling werkt als een lens), een diafragma (de pupil) dat bepaalt hoeveel licht het oog binnenvalt, en de lichtgevoelige plaat (het netvlies) waar de beelden op geprojecteerd worden.

Wat gebeurt er als de oogbol niet rond is?

Als deze niet rond is, wordt het licht niet goed gebroken. Dit werkt als volgt. Bij een normale oogbol is het hoornvlies mooi rond, waardoor het licht van alle kanten in dezelfde hoek breekt en in één brandpunt samenkomt op het netvlies. Is de oogbol niet rond maar ovaal, dan breekt het licht in verschillende richtingen en ontstaan twee brandpunten. Hiervan kan er bijvoorbeeld één voor het netvlies vallen en één erachter. Hierdoor ontstaat een onscherp beeld. De Latijnse naam voor deze afwijking is astigmatisme, maar het is beter bekend als een oog met een cilinderafwijking.

Bloed in de oogbol

Een bloeding kan op meerdere manieren ontstaan en door verschillende factoren veroorzaakt worden. Bloed in de oogbol kan ernstig zijn maar ook onschuldig.

Wat vaak voorkomt is ‘het gesprongen adertje in het oog’. Er is dan een oppervlakkige bloeding te zien op het oogwit. Deze bloeding bevindt zich tussen het bindvlies (conjunctiva) en de harde oogrok (sclera). Dit ziet er akelig uit, maar is niet gevaarlijk. Het is eigenlijk gewoon een bloeduitstorting die vanzelf verdwijnt. Alleen als er heel vaak een adertje in het oog springt, is het goed om naar de dokter te gaan.

Na een trauma, bijvoorbeeld met een tennisbal, kan er een bloeding in de voorste oogkamer ontstaan. Een dergelijke bloeding is goed te zien. Het bloed zakt naar beneden en staat als het ware als een plasje onderin de iris.

Er kan ook een glasvochtbloeding optreden. Het glasvocht bevindt zich in het glasachtig lichaam tussen de ooglens en het netvlies. Het is een doorzichtige gelei. Als er een bloeding ontstaat, kan het licht het netvlies niet meer goed bereiken. Een glasvochtbloeding kan onder andere ontstaan door slijtage van of een scheurtje in het netvlies, suikerziekte (diabetes mellitus) of een trauma.

Dit is wat een persoon ziet met