Oogkleur

De iris (het regenboogvlies) geeft onze ogen kleur. De hoeveelheid pigment (melanine) in de pigmentrijke cellen aan de achterkant van de iris, bepalen de oogkleur. Bruine ogen hebben veel pigment, blauwe ogen weinig en groene ogen zitten daar tussenin. Bruin is de meest voorkomende oogkleur, gevolgd door blauw en daarna groen.

Mensen met albinisme hebben weinig pigment waardoor de iris doorzichtig is en de ogen hebben een rode kleur vanwege de vele bloedvaatjes.

Groene ogen komen weinig voor. Je ziet groene ogen het meest in het Midden-Oosten, Saoedi-Arabië, Iran, Turkije, Pakistan, Afghanistan en India.

Ongeveer 2,2% van de wereldbevolking heeft blauwe ogen. Blauwe ogen komen voornamelijk voor in Noord-Europa en landen waarvan de bevolking voor een deel van Noord-Europese afkomst is. Bijvoorbeeld Canada, de Verenigde Staten, Australië en Zuid-Afrika, en in sommige Zuid-Amerikaanse landen. In de rest van de wereld zijn blauwe ogen zeldzaam.

Bruine ogen komen het meest voor. Dat is niet vreemd, want bruin is genetisch gezien de dominante oogkleur. Bruine ogen gaan meestal samen met bruin of zwart haar. In veel populaties is bruin de enige aanwezige oogkleur (op een enkele uitzondering na).

Kleur ogen van een baby

De kleur ogen van een baby verandert vaak de eerste maanden. Veel blanke baby’s hebben bij de geboorte blauwe ogen, die later kunnen veranderen in bruin of groen. Dat de ogen bij de geboorte blauw zijn, komt doordat baby’s bij de geboorte nog weinig pigment hebben. In de loop van de eerste maanden neemt het pigment toe. Hoeveel pigment er uiteindelijk aangemaakt wordt, is erfelijk bepaald. Na zes maanden hebben de meeste baby’s hun definitieve oogkleur.

Erfelijkheid van de oogkleur

Oogkleur is een kwestie van erfelijkheid. Welke kleur ogen je hebt, is genetisch bepaald. Eenvoudig gezegd werkt de erfelijkheid van de oogkleur als volgt. Het gen voor bruine ogen (A) is dominant ten opzichte van het gen voor blauwe ogen (a). Dit betekent dat als je van je moeder het gen voor bruine ogen (A) krijgt en van je vader het gen voor blauwe ogen (a), je bruine ogen (Aa) zult hebben. Het bruine gen overheerst. Krijg je van beide ouders het blauwe gen (a) dan heb je blauwe ogen (aa). Toch kan het voorkomen dat iemand met blauwe ogen (aa) twee ouders heeft met bruine ogen. Dan hebben beide ouders zowel het bruine als het blauwe gen (Aa). Van beide ouders heeft deze persoon dan het blauwe gen gekregen (a).

  • Veranderende inzichten over voorspelbaarheid oogkleur

    Onderzoekers van het Erasmus MC hebben 61 genetische varianten ontdekt die samenhangen met oogkleur. De ontdekking werd gedaan door de genetische gegevens van ruim 195.000 personen te analyseren. Door deze genetische varianten te combineren, kunnen oogkleuren nu voorspeld worden met een nauwkeurigheid van 93 procent. Het onderzoek kan helpen bij het ontwikkelen van nieuwe therapieën voor oogziektes en draagt bij aan het begrip van de genetica achter uiterlijke kenmerken. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Forensic Science International: Genetics

Kan je oogkleur veranderen?

Het is mogelijk om je oogkleur te veranderen. Je kunt je oogkleur tijdelijk veranderen met gekleurde contactlenzen. Tegenwoordig worden ook wel operatief implantaten voor de iris ingebracht die de oogkleur permanent veranderen. Oogartsen zijn niet blij met deze ontwikkeling. De ingreep brengt namelijk veel risico’s met zich mee. Het hoornvlies kan verdikt en troebel raken (hoornvliesdecompensatie) wat tot blindheid leidt. Ook wordt de kans op staar groter en er kan een verhoogde oogdruk ontstaan, waardoor de oogzenuw afsterft. Kortom: wil je je oogkleur veranderen, gebruik dan liever contactlenzen.

Het hebben van verschillende kleuren ogen

In heel zeldzame gevallen kunnen de ogen onderling van kleur verschillen. Dit heet heterochromia iridum. Verschillende kleuren ogen ontstaan door een fout in de pigmentkleuring. Dit kan erfelijk bepaald zijn, maar ook een gevolg zijn van een ontsteking of beschadiging van het oog. Een ontsteking aan de iris kan bijvoorbeeld tot kleurverandering leiden. Vaak is er dan ook sprake van een ongelijke pupilwijdte.

Ook binnen de iris kan er kleurverschil zijn. Dit heet heterochromia iridis. Dit komt veel vaker voor.

Dit is wat een persoon ziet met