Bent u bijziend of draagt u zorg voor iemand met bijziendheid? Als gevolg van bijziendheid kunnen er mogelijk acute klachten ontstaan aan één of beide ogen. Daarom adviseren wij onderstaande informatie goed door te lezen:
Verhoogd risico op oogaandoeningen
Bijziendheid (myopie) kan leiden tot oogaandoeningen op latere leeftijd. Deze ontstaan met name vanaf het veertigste levensjaar. Een oog dat bijziend is, is meestal langer dan gemiddeld. Zo’n lange oogbol staat onder meer spanning, wat schade kan geven aan verschillende onderdelen van het oog. Hoe langer de oogbol, vaak hoe hoger de minsterkte en hoe hoger het risico. Vooral mensen met hoge bijziendheid (-6.00 Dpt en sterker) lopen een aanzienlijk risico. Van alle mensen met hoge bijziendheid wordt 1 op de 3 zelfs blind of slechtziend. De meest voorkomende oorzaken van slechtziendheid als gevolg van de bijziendheid zijn glaucoom, netvliesloslating en afwijkingen van de macula (centrum van het netvlies). Hiervan is myope maculadegeneratie de belangrijkste. Ook staar komt bij mensen met bijziendheid vaker en meestal al op jongere leeftijd voor. Gelukkig is staar over het algemeen goed te behandelen middels een staaroperatie.
Wanneer iemand een laserbehandeling heeft gehad of implantlenzen heeft laten plaatsen, dan is de sterkte gecorrigeerd, maar het risico is niet verminderd. Ook dan geldt hoe hoger de minsterkte voor deze ingreep was, hoe hoger het risico.
Handelen bij acute klachten
Voor mensen met bijziendheid, is het belangrijk om te weten dat ze risico lopen. Zeker naarmate ze ouder worden. Wanneer iemand met bijziendheid acuut klachten ervaart, doet die er goed aan om direct contact op te nemen met de huisarts of een optometrist. De huisarts en de optometrist kunnen ook geraadpleegd worden voor andere klachten of eventuele (medische) vragen. Indien nodig wordt de klant doorverwezen naar een oogarts. Loop niet door met klachten, want snel handelen kan schade aan het zicht voorkomen.
De volgende klachten die acuut ontstaan zijn alarmsymptomen:
Veel nieuwe slierten of vlekken in beeld, lichtflitsen, schaduw of ‘gordijn’ in beeld, vaste vlek(ken) middenin beeld, vaste vlek aan de rand, beeld dat wegvalt, vervormd beeld (kromme lijnen), plots wazig zicht dat aanhoudt, smaller beeld.
Ervaart u andere klachten dan hierboven omschreven en vertrouwd u het niet? Overleg dan altijd met uw huisarts of een optometrist wat u het beste kunt doen. Wilt u deze informatie ook thuis bij de hand hebben? Download dan de flyer.
Download de flyerVlekjes zien bij bijziendheid: Wat betekent het en wanneer moet u het serieus nemen?
Vlekjes zien is een veel gehoorde klacht bij mensen met bijziendheid. Maar hoe weet u wanneer deze vlekjes onschuldig zijn en wanneer u ze serieus moet nemen?
Wat zijn mouches volantes?
In uw oogbol bevindt zich een heldere, dikke substantie die we glasvocht noemen. Naarmate u ouder wordt, kunnen er klontjes en sliertjes in dit glasvocht ontstaan. Deze klontjes en sliertjes ziet u als zwevende, meestal donkere vlekjes, ook wel bekend als mouches volantes of floaters. Ze kunnen in één of beide ogen voorkomen en verschijnen vaak als vliegjes, donkere puntjes of slierten. Deze drijven in beeld en bewegen mee met uw blikrichting. Ze zijn vooral zichtbaar tegen een lichte achtergrond, zoals een witte muur of een heldere hemel. Hoewel ze storend kunnen zijn, worden ze na een paar weken meestal minder opvallend. Dit is afhankelijk van de grootte en hoeveelheid.
Mouches volantes serieus nemen
Soms zijn mouches volantes een symptoom van een glasvochtloslating. Vaak is dat onschuldig. Er kan ook meer aan de hand zijn. Ziet u plotseling veel nieuwe mouches volantes, zijn ze groter geworden, of gaat het gepaard met lichtflitsen, neem dan de klachten serieus. Raadpleeg direct uw huisarts of een optometrist. Er kan namelijk ook schade aan het netvlies zijn ontstaan, bijvoorbeeld een netvliesloslating.
Bijziendheid kan erfelijk bepaald zijn
Bijziendheid kan erfelijk bepaald zijn. Bent u bijziend en heeft u biologische kinderen, dan hebben zij mogelijk een hogere kans om ook bijziendheid te ontwikkelen. Op kinderleeftijd kan bijziendheid nog voorkomen of beperkt worden door de leefstijl aan te passen met de 20-20-2 regel. Wanneer het kind al bijziendheid heeft, kan myopie management naast leefstijlaanpassing gewenst zijn. Myopiemanagement is een verzamelnaam voor behandelingen om bijziendheid af te remmen. Wanneer deze behandeling aanslaat, wordt de lengte groei van het oog geremd en blijft de minsterkte zo beperkt mogelijk. Dat is een goed teken, want een lagere minsterkte (korter oog), betekend een lager risico op oogaandoeningen. Meestal wordt een dergelijke behandeling voorgeschreven door een orthoptist of optometrist, afhankelijk van de leeftijd.
