Een oogmelanoom is een kwaadaardige tumor in het oog. Het is dus eigenlijk oogkanker. Andere woorden voor oogmelanoom zijn uveamelanoom en oculair melanoom.
Oogmelanomen komen weinig voor. Per jaar zijn er ongeveer zes à zeven nieuwe patiënten per een miljoen inwoners. De meeste mensen die een oogmelanoom krijgen, zijn tussen de vijftig en zeventig jaar oud, maar het komt soms ook bij jongere mensen voor. Verder is er over de oorzaak ervan weinig bekend.
Hoe ontstaat een oogmelanoom?
Een oogmelanoom ontstaat uit de pigmentcellen van de uvea van het oog. De uvea bestaat uit de iris (regenboogvlies), het straalvormig lichaam (corpus ciliare) en het vaatvlies (choroidea). De iris ligt aan de voorkant van het oog en geeft onze ogen kleur. Het vaatvlies is een netwerk van bloedvaatjes achterin het oog. Het straalvormig lichaam ligt op de overgang tussen het vaatvlies en de iris. Oogmelanomen ontstaan meestal in het vaatvlies of het straalvormig lichaam. Ze bevinden zich ook vaak aan de binnenkant van het oog en zijn dus niet in de spiegel te zien. Een melanoom in het oog kan echter uitzaaien naar de rest van het lichaam.
Symptomen
Meestal heeft iemand met een oogmelanoom één of meerdere van de volgende klachten:
- Wazig zien
- Een vervormd beeld zien
- Uitval van een stuk van het gezichtsveld
- Het zien van vlekjes
- Het zien van lichtflitsen
Deze klachten kunnen ook bij andere oogziekten voorkomen. Een oogmelanoom wordt in ongeveer een derde van de gevallen per toeval ontdekt bij een routinecontrole door de oogarts.
Download hier de gratis brochure:
De brochure staat boordevol tips om uw ogen gezond te houden.
Behandeling
Een oogmelanoom is een vorm van kanker en dient u op de juiste manier te laten behandelen. Het belangrijkste doel van de behandeling is het uitschakelen van de tumor. Het behoud van het zicht staat op de tweede plaats. Er zijn vier manieren om een oogmelanoom te behandelen:
Rutheniumbestraling
Bij deze behandeling plaatsen ze een klein radioactief geladen schildje aan de buitenkant van het oog ter hoogte van het oogmelanoom. Het schildje blijft drie tot tien dagen zitten en geeft straling af. Het melanoom zal langzaam verschrompelen na de behandeling. Zo nodig kunt u de behandeling herhalen. Rutheniumbestraling gebruikt men vooral bij kleine tot middelgrote oogmelanomen. Door de behandeling kunnen het netvlies en de oogzenuw beschadigd raken, waardoor het zicht in het bestraalde oog vermindert. Deze beschadigingen kunnen na enkele maanden of jaren nog ontstaan.
Stereotactische bestraling
Deze behandeling bestraalt het melanoom van verschillende kanten uitwendig. Het stralingsapparaat beweegt daarbij rond het hoofd. Hierdoor kan men het melanoom heel nauwkeurig bestralen en wordt het omliggende weefsel zo min mogelijk beschadigd. Deze behandeling is met name geschikt als het oogmelanoom te groot of te dik is voor een schildje. Maar ook kleinere melanomen behandelen ze hiermee. Ook deze behandeling kan op de korte en lange termijn bijwerkingen geven.
Protonenbestraling
Dit is een uitwendige bestraling van het oogmelanoom met protonen. Protonen zijn kleine, positief geladen deeltjes. Het voordeel van deze vorm van bestraling is, dat de meeste straling precies in het melanoom terechtkomt. Protonenbestraling kan bijvoorbeeld goed gebruikt worden als het oogmelanoom op een lastige plek zit.
Verwijdering van het oog
Als geen enkele vorm van bestraling mogelijk is, moet het oog worden verwijderd. Een ander woord hiervoor is enucleatie. Vier tot zes weken na het verwijderen van het oog kan een oogprothese worden aangemeten. Het effectief verwijderen van het oog is niet pijnlijk, maar het is wel emotioneel heel zwaar. Ook zal na de operatie het gezichtsvermogen anders zijn. Kijken met één oog is heel anders dan met twee ogen.
De behandeling van oogmelanomen vindt plaats in enkele gespecialiseerde ziekenhuizen.
Leven met een oogmelanoom
Nadat het oog bestraald of verwijderd is, kunnen er geen nieuwe uitzaaiingen (metastasen) ontstaan. Echter is het wel mogelijk dat er al vóór de behandeling onzichtbare micro-uitzaaiingen in het lichaam aanwezig waren. Hierdoor kunnen nieuwe tumoren ontstaan. Ongeveer de helft van de oogmelanoompatiënten krijgt hier binnen tien jaar mee te maken. Daarom worden mensen die behandeld zijn aan een oogmelanoom, ook de eerste jaren nog regelmatig gecontroleerd.