Netvliesloslating

Bij een netvliesloslating raakt het netvlies los, doordat er glasvocht achter het netvlies komt. Het moet altijd geopereerd worden.

Deze oogaandoening komt vaak voor. 1 op de 300 mensen krijgt er ooit in het leven mee te maken. Vooral mensen met bijziendheid lopen risico hierop.

Wordt een netvliesloslating niet behandeld, dan leidt het tot slechtziendheid of blindheid.

Symptomen

Er zijn meerdere symptomen die hiernaar kunnen wijzen.

• U ziet opeens veel vlekjes, spinnetjes, sliertjes en stipjes.
• U ziet lichtflitsen.
• Het kan zijn dat u een donkere vlek of ‘gordijn’ aan de rand van uw beeld ziet.
• U ziet slechter.

Meestal is er eerst een scheurtje in het netvlies ontstaan dat leidt tot een netvliesloslating. Soms ontstaat de netvliesloslating zonder dat er eerst een scheurtje was. Dit komt heel weinig voor. Het kan bijvoorbeeld gebeuren als:

• U een ontsteking van de binnenkant van uw oog heeft.
• U oogproblemen door diabetes heeft.
• U een zwangerschapsvergiftiging heeft.
• U een nierziekten heeft.

Behandeling netvliesloslating

Heeft u een scheurtje in het netvlies maar nog geen volledige loslating? Dan kan het scheurtje behandeld worden met een laserbehandeling. Een netvliesloslating dient echter snel behandeld te worden met een netvliesoperatie.

Er zijn drie verschillende netvliesoperaties mogelijk: een bandje om het oog (cerclage/plombe), een glasvochtoperatie (vitrectomie) en pneumatische retinopexie. De oogarts bepaalt welke netvliesoperatie u krijgt.

Herstel

Het duurt even om van een netvliesoperatie te herstellen. De eerste tijd kan uw oog nog gezwollen, rood en gevoelig zijn. Fel licht is onprettig en u zult wazig zien. Uw zicht kan tot 6 maanden na de operatie verbeteren.

Bij 90% van de mensen zit het netvlies weer goed vast na de operatie. Heel soms is een tweede of derde operatie nodig.