De pupil is de opening in het midden van de iris. Hierdoor zie je het donkere binnenste van het oog. Daardoor ziet de pupil eruit als een zwart gaatje. Het wordt ook wel de oogappel genoemd.

Bij kinderen zijn deze wijder dan bij volwassenen. Met het ouder worden, worden de pupillen meestal wat nauwer. Wijde pupillen worden geassocieerd met vriendelijkheid. Dat is niet vreemd, want als je iets leuk of mooi vindt, worden je pupillen groter. Kijk je iemand aan die grote pupillen heeft, dan wil dat eigenlijk zeggen dat die persoon jou aardig vindt. Zowel het vergoten van de pupillen als de reactie daarop gebeuren onbewust.

Functie pupil

Ze bepalen de hoeveelheid licht die de ogen binnenkomt. In fel licht worden de pupillen kleiner. Er kan dan weinig licht het oog binnenvallen, waardoor we niet verblind raken. In het donker verwijdt de pupil zich en kan er zo veel mogelijk licht het oog binnenkomen. De pupillen functioneren dus als lichtregelaar en worden daarom ook wel het diafragma van het oog genoemd.

De grootte wordt geregeld door twee spieren in de iris: de kringspier en de radiaire spier. De kringspier ligt in het binnenste van de iris, vlak om de pupil heen, en zorgt ervoor dat deze kan vernauwen. Deze spier wordt gestimuleerd bij veel licht en als we iets op korte afstand willen zien. De radiaire spier wordt geprikkeld als de lichthoeveelheid afneemt en zorgt ervoor dat de pupil zich verwijdt.

De grootte wordt niet alleen door de hoeveelheid licht bepaald. We informeerden al dat ook onze emoties de grootte beïnvloeden. Als we iets leuk, aardig of lekker vinden, verwijden onze pupillen. Maar ook als we ergens enorm van schrikken. Ook beïnvloeden bepaalde medicijnen en verdovende middelen de grootte. Voorafgaand aan bepaalde oogonderzoeken worden bijvoorbeeld middelen gebruikt om de pupillen te vergoten.

Vergrote pupillen

Het groter en kleiner worden van de pupil dient dus normaal gesproken een doel. Maar soms ontstaat een vergrote pupil omdat er iets mis is met het oog of met de zenuwen die de kringspier rond de pupil aansturen.

De zenuwen die de kringspier aansturen heten de parasympatische zenuwen. Bij prikkeling van de parasympatische zenuwen trekt de kringspier samen en vernauwt de pupil. Bij een blokkade van deze zenuwen blijft de pupil wijd.

Verder kunnen bepaalde oogziekten zorgen voor vergrote pupillen. Een voorbeeld hiervan is het Adie syndroom. Bij deze aandoening vernauwen deze heel traag als iemand van het donker in het licht komt. De afwijking zit meestal in één oog, maar kan ook in beide ogen voorkomen. De oorzaak van deze aandoening is onbekend. Vaak zijn er aan het oog zelf geen afwijkingen te zien.

Soms hebben mensen een verschil in pupilgrootte. Dit kan normaal zijn, maar ook duiden op een oogaandoening of andere aandoening.

Dit is wat een persoon ziet met