Er loopt niet één bloedvat in het oog, maar meerdere kleine aders en slagaders. Via het bloed dat door deze bloedvaten loopt, krijgt het oog zuurstof en voedingsstoffen om goed te kunnen werken.
We kunnen verschillende soorten bloedvaten in het oog onderscheiden. De bloedvoorziening van het netvlies loopt via twee slagaders: de oogslagader en de netvliesslagader. Deze bloedvaten komen aan de achterkant van het oog binnen door de oogzenuw. Ze voeren zuurstof en voedingsstoffen aan. De afvoer van het zuurstofarme bloed en afvalproducten loopt via de oogader en de netvliesader. Ook deze bloedvaten verlaten het oog aan de achterkant.
De rest van het oog wordt gevoed door het vaatvlies (choroidea) dat een netwerk is van kleine bloedvaatjes. Het vaatvlies ligt tussen het netvlies en de harde oogrok. De bloedvaten in het vaatvlies voeden het buitenste deel van het netvlies, waaronder de lichtgevoelige staafjes en kegeltjes.
Een gesprongen bloedvat in het oog
Een gesprongen bloedvat in het oog komt vrij veel voor. Mensen schrikken vaak van een gesprongen bloedvat in het oog, omdat het er akelig uitziet. Toch is het meestal een onschuldige aandoening. Het kan vergeleken worden met een blauwe plek op een been of arm. Maar omdat het bindvlies van het oog doorzichtig is, kan een kleine bloeding onder het bindvlies op het oogwit er erg indrukwekkend uitzien. Vaak is er geen duidelijke oorzaak te vinden voor een gesprongen bloedvat in het oog. Wel hebben ouderen met kwetsbare bloedvaten er wat vaker last van. De bloeding verdwijnt meestal binnen twee weken. Dit gaat net als bij een blauwe plek op het lichaam: van rood wordt het groenig, dan gelig en dan verdwijnt het. Bij mensen die bloedverdunners gebruiken, zijn de bloedingen vaak iets groter en duurt het iets langer voordat de oogbloeding bij een gesprongen bloedvat is weggetrokken.
Trombose in het oog
Trombose in het oog ontstaat als een bloedvat in het netvlies afgesloten raakt door een bloedpropje (trombus). Bij trombose krijgt het oog te weinig zuurstof en neemt het zicht af. Het zicht kan tijdelijk verdwijnen, maar ook permanent. Helaas wordt vaak het centrale leeszicht aangetast bij trombose in het oog. Er zijn drie typen trombose in het oog: een afsluiting in een ader van het netvlies (veneuze afsluiting), een afsluiting in een slagader van het netvlies (arteriële afsluiting) en een bloedvatafsluiting in de oogzenuw. Een afsluiting in een slagader wordt ook wel vergeleken met een hartinfarct of herseninfarct. Een afsluiting in een ader met een trombosebeen. Als er meerdere aders in het oog langere tijd geblokkeerd zijn, waardoor het oog lange tijd geen zuurstof krijgt, kunnen er nieuwe bloedvaten in het netvlies gaan groeien. Dit kan leiden tot een stijging van de oogdruk, continue pijn en een verdere afname van het zicht. In dit geval wordt het aangetaste deel van het netvlies gelaserd om zo het zicht na trombose in het oog zoveel mogelijk te behouden en blindheid te voorkomen. Trombose in het oog komt vooral voor bij ouderen, meestal in combinatie met diabetes en/of hoge bloeddruk.