Jan-Willem Beenakker werkt aan een betere oogscantechniek

‘Straks kunnen we veel gerichter bestralen’

 

Portretfoto van Jan-Willem Beenakker

Portretfoto van Jan-Willem Beenakker

Bij de behandeling van een oogmelanoom raakt de omgeving van de tumor vaak beschadigd. LUMC-onderzoeker Jan-Willem Beenakker denkt dat de behandeling beter kan door een nieuw soort scanner te gebruiken. Met steun van NWO en het Oogfonds kon zijn team in januari 2025 van start gaan met het ontwikkelen van zo’n apparaat.

Om een oogtumor te kunnen bestralen, is het noodzakelijk te weten waar deze in het oog zit. Daarvoor wordt nu een MRI-scan van het oog gemaakt. Voor deze scan moeten de patiënten liggen, terwijl de bestraling in zittende positie plaatsvindt. Dat levert enige onzekerheid op over de vraag waar de tumor precies zit. Daarom wordt voor de zekerheid tweeënhalve millimeter rondom de tumor meebestraald, want je wil geen tumorcellen missen.

Meer zicht behouden

De scanner die Beenakker en zijn team gaan bouwen, zal het oog in beeld brengen terwijl de patiënt zit. Hierdoor hoeft er in de toekomst minder gezond weefsel rond de tumor bestraald te worden.

Die marge van tweeënhalve millimeter lijkt misschien weinig, maar in een klein orgaan als het oog doet elke millimeter ertoe. ‘Een flink deel van de patiënten kan na bestraling minder goed zien,’ zegt Beenakker. De kankercellen zijn allemaal dood, maar ook gezond oogweefsel direct daaromheen is beschadigd. Door de nieuwe scanner zullen de patiënten dus meer zicht behouden.

Bestralen zonder clips

Maar Beenakker denkt dat de scanner die zijn team ontwikkelt, meer voordelen zal hebben. Zo verwacht hij dat het straks niet meer nodig zal zijn om voorafgaand aan bestraling met protonen de buitenkant van het oog te voorzien van zogeheten ‘clips’: piepkleine metalen markeringen die aangeven waar de tumor precies zit. ‘Om die clips te plaatsen, is nu een aparte operatie nodig. En dat kan behoorlijk belastend zijn voor de patiënt.’

Een derde groot voordeel: het apparaat zal als het goed is kleiner, sneller, stukken goedkoper en makkelijker te bedienen zijn dan de MRI-scanners die nu worden gebruikt. Het kan dus op veel meer plekken en laagdrempeliger worden ingezet.

Kortom, als alles uitpakt zoals gehoopt, zal behandeling van oogmelanoom toegankelijker, minder belastend én goedkoper worden.

Een CBCT-scanner voor het oog

Maar voor het zover is, moet er nog wel een en ander gebeuren. Het begin is gelukkig simpel: tandartsen maken al sinds begin deze eeuw gebruik van een apparaat waarin mensen zittend worden gescand.

Het gaat dan om de zogeheten CBCT-scanner. CBCT staat voor cone-beam computer tomography. In andere woorden: computerröntgenfotografie ‘met een kegelvormige stralenbundel’. Met deze röntgentechniek kun je heel gedetailleerde driedimensionale beelden maken van iemands mondholte terwijl de eigenaar van die mondholte in een stoel zit of staat.

Alleen: kaken vol harde tanden, kiezen en vullingen zijn natuurlijk wel iets heel anders dan ogen. Om met een CBCT-scanner beeld te kunnen maken van alle structuren in een oog, moet de scanner dus eerst het onderscheid leren ‘zien’ tussen verschillende soorten zachte weefsels.

Een MRI-apparaat is daar stukken beter in, vertelt Beenakker. ‘Dat laat veel meer contrast zien dan een CBCT-scanner.’ Maar hij verwacht dat zijn team ergens in de loop van 2025 ook met een CBCT-scanner zichtbaar kan maken waar een tumor ophoudt en het omliggende weefsel begint. ‘Pas dan zullen we met patiënten gaan werken.’

Breed consortium

Tot slot spreekt Beenakker nóg een positieve verwachting uit. Als het scanapparaat doet wat het moet doen, kan het straks snel in de praktijk worden ingezet. Dat komt door de brede opzet waarvoor hij heeft gekozen. Al sinds het allereerste begin werkt zijn onderzoeksteam namelijk in een zogeheten consortium samen met diverse andere partijen: medici uit vier vakgebieden, een patiëntenvereniging, het Oogfonds, protonentherapiecentrum HollandPTC en drie internationale producenten van medische apparatuur.

Door deze gecombineerde aanpak zal het straks makkelijker worden alle certificaten te krijgen die nodig zijn om het apparaat in de praktijk te gaan gebruiken, denkt Beenakker. En door de betrokkenheid van die bedrijven kan het apparaat dan ook meteen op de markt worden gebracht. Zo kunnen er snel veel patiënten van profiteren.

En ja, het zou best eens kunnen dat het dan binnen een paar jaar ook zal worden ingezet voor het in kaart brengen van andere oogproblemen. ‘Breuken of tumoren in de oogkas, oogspieren die niet goed samenwerken, een vochtblaas door een Baerveldt-implantaat…,’ zegt Beenakker; ‘zelfs als het beeld niet zo goed is als wat een MRI-scanner kan leveren, zal de CBCT-oogscanner toch veel toevoegen, doordat hij veel sneller werkt en het gebruik zoveel goedkoper is.’

Dit is wat een persoon ziet met