Glasachtig lichaam

Het glasachtig lichaam (corpus vitreum) is een grote ruimte tussen de ooglens en het netvlies. Het bestaat uit een geleiachtige vloeistof, glasvocht genaamd, en is omgeven door een dun vlies (glasvochtmembraan). Het glasvocht neemt ongeveer 80% van het oog in en heeft een volume van 4 tot 6 milliliter.

Glasvocht bestaat voor 98% uit water en voor 2% uit vezels die voor elasticiteit en stevigheid zorgen. Het glasachtig lichaam bevat geen bloedvaten. Normaal glasvocht is helder, zodat het licht dat het oog binnenvalt, het netvlies zonder problemen kan bereiken. Het glasachtig lichaam is verbonden met het netvlies. Op sommige plekken is dit een stevige verbinding, op andere plekken wat zwakker.

De functie van het glasachtig lichaam

De functie is dat het oog zijn ronde vorm behoudt. Het is van groot belang dat de oogbol rond van vorm blijft. Wanneer de oogbol geen ronde vorm heeft, ontstaan er vervormingen in het beeld. Dit komt doordat de lichtinval dan niet op de juiste wijze wordt gebroken.

Als het hoornvlies mooi rond is, wordt het licht van alle kanten in dezelfde hoek gebroken en komt het licht in één brandpunt samen op het netvlies. Is de oogbol ovaal in plaats van rond, dan breekt het licht in verschillende richtingen en ontstaan er twee brandpunten. Wanneer er bijvoorbeeld één brandpunt voor het netvlies valt en één brandpunt achter het netvlies, ontstaat er een onscherp zicht.

Achterste glasvochtloslating

Als we ouder worden, verandert geleidelijk de samenstelling van het glasvocht. Rond het vijftigste-zestigste levensjaar verdicht het glasvocht en neemt het volume af. Ook wordt de verbinding met het netvlies zwakker. Hierdoor kan het glasachtig lichaam gedeeltelijk loskomen van het netvlies. We noemen dit achterste glasvochtloslating. De ruimte die ontstaat tussen het glasachtig lichaam en het netvlies wordt opgevuld met kamerwater. Achterste glasvochtloslating ontstaat meestal geleidelijk, maar kan ook acuut ontstaan. De klachten die een achterste glasvochtloslating geeft, zijn troebelingen (spinnetjes, stipjes, vliegjes) en lichtflitsen. Soms kan er bij achterste glasvochtloslating een scheurtje in het netvlies ontstaan. Er kan dan vocht achter het netvlies komen, waardoor dat loslaat. Dit heet een netvliesloslating of ablatio retinae. Bij een netvliesloslating is een operatie noodzakelijk. Anders gaat het zicht verloren.

Dit is wat een persoon ziet met