Iedereen heeft wel eens last van traanogen. Wanneer er een klein stofje in het oog komt of wind in het gezicht blaast, gaan de ogen tranen. Dit is een normaal verschijnsel. Bij irritatie van het oog gaan de traanklieren extra traanvocht produceren om de ogen schoon te houden.
Als de ogen maar blijven tranen, is er vaak iets anders aan de hand en is het goed om naar de dokter te gaan.
Oorzaak
Er zijn meerdere oorzaken van traanogen. De belangrijkste zijn:
- Reflextranen door irritatie van het oog.
- Droge ogen.
- Het niet goed afvoeren van traanvocht.
- Een vernauwing of verstopping van de traanwegen.
Reflextranen ontstaan doordat het oog geïrriteerd raakt. Dit kan door een vuiltje zijn dat vastzit in het oog, maar ook door een ontsteking aan het ooglid. Een voorbeeld van ooglidontsteking is blefaritis. Blefaritis kan ontstaan door een bacteriële infectie van de wimpers en talgkliertjes in de rand van het ooglid. De bacteriën scheiden stoffen uit die het oog irriteren. En de ontstoken talgkliertjes produceren te veel of te weinig talg, waardoor het oog droog, rood en gevoelig wordt.
Ook een naar binnen gedraaid onderooglid kan de oorzaak zijn van traanogen. De ooghaartjes krassen dan tegen het hoornvlies, wat irritaties geeft.
Traanogen kunnen vreemd genoeg ook een gevolg zijn van droge ogen. Onvoldoende kwaliteit van het traanvocht is dan de oorzaak. Het traanvocht vormt een traanfilm op het oog. De traanfilm bestaat uit een vettig toplaagje en een dikkere onderlaag van water en slijm. Als één van deze bestanddelen niet goed functioneert, ontstaan er klachten. Bijvoorbeeld als er te veel water verdampt, omdat de vettige toplaag niet goed is. Of als de traanfilm niet goed aan het hoornvlies hecht, omdat het slijm niet goed is. Doordat de traanfilm niet goed in balans is, droogt het oog uit. Dat zet de traanklieren aan tot productie van nog meer traanvocht, met als gevolg traanogen.
Ook het niet goed afvoeren van traanvocht kan traanogen veroorzaken. Traanvocht wordt afgevoerd via twee kleine openingen (de traanpunten) in het boven- en onderooglid bij de neus. Door te knipperen met onze oogleden zorgen we ervoor dat het traanvocht de traanpunten inloopt. De oogleden werken dus als een soort pomp. Als die pomp niet meer goed werkt, gaan de ogen tranen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij hangende onderoogleden of een verlamming van de aangezichtsspieren.
Tot slot kan er een vernauwing of verstopping zijn ergens in de traanwegen, die functioneren als afvoersysteem van het traanvocht. De traanwegen bestaan uit de traanpunten, de traankanaaltjes, het traanzakje en de traanbuis. Verstopte traanwegen komen vooral voor bij pasgeborenen en oudere volwassenen. Door leeftijdsgebonden veranderingen zoals ontsteking of fibrose kan er op volwassen leeftijd een verstopping ontstaan.
Baby’s worden vaak geboren met een traanwegobstructie, die meestal spontaan herstelt binnen het eerste levensjaar. Kinderen hebben vaak nauwere traanwegen dan volwassenen. Zijn ze verkouden en zwellen de slijmvliezen op, dan raken ook al snel de traanwegen verstopt. De klachten van de verstopping verdwijnen vanzelf met het overgaan van de verkoudheid. Hebben kinderen voortdurend last van vieze, tranende ogen zonder daarbij verkouden te zijn, dan kan er sprake zijn van een aangeboren verstopping van de traanwegen.
Wat te doen tegen traanogen?
Is er te veel traanproductie, dan is het verstandig de bron van de irritatie weg te nemen. In het geval van een blefaritis kunnen de klachten verdwijnen door iedere avond de oogleden schoon te maken met een vochtig wattenstokje met ooglidshampoo. Een vuiltje in het oog moet worden verwijderd en een naar binnen gedraaid ooglid kan gecorrigeerd worden. Een ooglidcorrectie kan ook helpen als de pompfunctie van de oogleden niet meer goed is.
Bij een blokkade van de afvoerweg van het traanvocht zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Zijn bijvoorbeeld de traanpunten te nauw, dan kunnen deze operatief worden vergroot.
Een verstopt traankanaaltje kan worden opgerekt. Dit gebeurt met een klein metalen staafje. Soms wordt er dan een siliconen slangetje achtergelaten om het kanaaltje open te houden.
Is er een verstopping in het traanzakje of de traanbuis, dan kan er operatief een verbinding worden gemaakt tussen het traanzakje en de neus. Deze ingreep heet een DCR-operatie (dacryocystorhinostomie). Dit is de meest toegepaste en effectieve methode bij dit type verstopping.
Een andere techniek bij verstoppingen op deze plekken is de dotterbehandeling. Er wordt dan een klein ballonnetje opgeblazen op de plek van de vernauwing met het doel de vernauwing op te rekken. Deze methode wordt weinig gebruikt vanwege beperkte effectiviteit.
