Lopend

Op weg naar een behandelplan voor Geografische Atrofie

Professor Dr. Caroline Klaver en haar team aan het Erasmus MC werken samen met onderzoekers van Radboudumc en internationale experts uit Texas (VS) en Israël om de behandeling van geografische atrofie (GA) te verbeteren. Zij willen richtlijnen ontwikkelen voor het gebruik van nieuwe medicijnen, wat zal bijdragen aan betere zorg voor patiënten met GA.

Achtergrond

Geografische atrofie (GA) is een gevorderde (late) vorm van leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD), waarbij het centrale deel van het netvlies, de macula, geleidelijk kapotgaat. De macula is essentieel voor scherp zien, zoals bij lezen, gezichten herkennen en autorijden. Bij GA sterven de lichtgevoelige cellen, de fotoreceptoren, evenals de onderliggende cellen van het retinale pigmentepitheel (RPE) en de bloedvaten die deze cellen voeden, af.

Dit leidt tot ernstig verlies van het centrale zicht, waardoor patiënten moeite hebben met taken die scherpe details vereisen. Hoewel het perifere zicht (omgevings zien) vaak behouden blijft, kan het centrale zicht zich niet herstellen en leidt GA vaak tot ernstige slechtziendheid. De ziekte ontwikkelt zich langzaam, en er is nog geen genezing mogelijk. Wel komen er medicijnen beschikbaar die de achteruitgang kunnen vertragen.

Onderzoek naar nieuwe behandelingen

Het onderzoeksteam onderzoekt onder andere de effecten van nieuwe medicijnen zoals pegcetacoplan (Syfovre) en avacincaptad pegol (Izervay). Deze zijn recent goedgekeurd door de FDA (Food and Drug Administration) in de Verenigde Staten. Deze medicijnen richten zich op het remmen van specifieke delen van het complementsysteem, een belangrijk onderdeel van het afweersysteem dat betrokken is bij het ontstaan en de progressie van GA. Hoewel de resultaten veelbelovend zijn, verminderen deze behandelingen de voortgang van de ziekte slechts in beperkte mate. Daarom is het van groot belang om beter te begrijpen welke patiënten het meest geholpen zijn met deze behandelingen.

Doelstellingen van het onderzoek

Het belangrijkste doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een behandelplan voor Nederlandse oogartsen dat hen helpt te bepalen welke patiënten het meeste baat hebben bij de nieuwe medicijnen. Dit omvat de volgende stappen:

  1. Verzamelen en analyseren van gegevens: Het onderzoeksteam maakt gebruik van gegevens van ongeveer 2000 patiënten uit eerdere studies zoals de Rotterdam Studie en het EUGENDA-project. Hierdoor kunnen ze beter begrijpen hoe GA zich bij verschillende mensen ontwikkelt en welke patiënten het grootste risico lopen op ernstig verlies van zicht.
  2. Onderzoek naar reactie op medicijnen: Het team volgt 100 patiënten uit de Verenigde Staten die worden behandeld met nieuwe medicijnen tegen GA. Ze onderzoeken hoe deze patiënten reageren op de behandeling en of veranderingen in bepaalde bloedwaarden de effectiviteit van de medicijnen kunnen voorspellen.
  3. Ontwikkelen van een richtlijn: Op basis van de resultaten willen de onderzoekers een richtlijn ontwikkelen voor oogartsen in Nederland. Deze richtlijn zal hen helpen om de nieuwe medicijnen zo effectief mogelijk in te zetten, zodat patiënten met GA de best mogelijke zorg ontvangen.

Samenwerking en impact

Het onderzoek wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking tussen verschillende toonaangevende instituten, waaronder het Erasmus MC, Radboudumc, en internationale onderzoekscentra in de Verenigde Staten en Israël. Deze samenwerking geeft toegang tot de nieuwste wetenschappelijke kennis en technieken op het gebied van geografische atrofie (GA) en de behandeling daarvan. Door de krachten te bundelen kunnen de onderzoekers de meest geavanceerde methoden gebruiken en het onderzoek versterken. Als het onderzoek succesvol is, zal het leiden tot nieuwe richtlijnen voor oogartsen, zodat zij de nieuwe medicijnen voor GA beter kunnen inzetten. Dit betekent dat patiënten in Nederland toegang krijgen tot effectievere behandelingen, wat hun kwaliteit van leven aanzienlijk kan verbeteren. De resultaten van het onderzoek zullen niet alleen de zorg voor GA-patiënten verbeteren, maar ook bijdragen aan betere behandelrichtlijnen voor alle patiënten met leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD). Door beter inzicht te krijgen in welke patiënten het meeste baat hebben bij de nieuwe therapieën, kunnen oogartsen hun behandelingen nauwkeuriger afstemmen op de behoeften van hun patiënten. Dit zal uiteindelijk leiden tot betere resultaten.

Dit is wat een persoon ziet met