Het hoornvlies (cornea) ligt aan de voorkant van het oog. De hoornvliezen van onze ogen zijn doorzichtig, ongeveer een halve millimeter dik en bevatten geen bloedvaten. Een dicht netwerk van zenuwvezels maakt de hoornvliezen erg gevoelig.
Het bestaat uit vijf lagen. De buitenste laag, het epitheel, heeft een beschermende functie. Het epitheel is het enige deel dat zich na beschadiging volledig kan herstellen. Onder het epitheel ligt een netwerk van collageenvezels: het Bowmans membraan. Dit laagje helpt het hoornvlies zijn vorm te behouden.
Verschillende lagen
De dikste laag, of cornea, heet stroma. Het stroma bestaat uit water en een netwerk van collageenvezels. Deze laag geeft stevigheid en volume. Het stroma werkt als een soort spons; het trekt vocht aan.
Onder het stroma ligt een dun, taai laagje: de descemet membraan. Op dit membraan ligt de binnenste laag, het endotheel, bestaande uit één laag zeshoekige endotheelcellen. Deze cellen pompen vocht uit het hoornvlies. Hierdoor ontstaat een evenwicht tussen de aan- en afvoer van vocht en blijft het hoornvlies helder. Het aantal endotheelcellen neemt af bij het ouder worden. Ze kunnen zich niet herstellen of vernieuwen.
Omdat het geen bloedvaten bevat, wordt het gevoed door de verschillende vloeistoffen in en rondom het oog. De buitenste lagen (epitheel en oppervlakkige stroma) worden gevoed, vochtig gehouden en van zuurstof voorzien door het dunne laagje traanvocht (traanfilm) dat we continu verspreiden door met onze ogen te knipperen. Het kamerwater dat in de voorste oogkamer stroomt, voedt de binnenste lagen (endotheel en diepere stroma).
Functie
Het hoornvlies heeft twee functies. Ten eerste vormt het de barrière tussen het oog en de buitenwereld. Een belangrijke functie is dan ook de bescherming van het oog. Een tweede belangrijke functie is licht doorlaten in het oog. De bolling van werkt daarbij als een soort lens, waarvan de sterkte wel twee keer groter is dan die van de ooglens zelf. Samen met de ooglens zorgt het ervoor dat het licht zo gebroken wordt dat het op de juiste manier op het netvlies valt, waardoor we scherp kunnen zien.
Een ontsteking aan het hoornvlies (cornea)
Een ontsteking van het hoornvlies wordt ook wel keratitis genoemd. In vrijwel alle gevallen ontstaat een ontsteking als het hoornvlies beschadigd is. Bij een ontstoken hoornvlies is het oog rood en is er een wittig vlekje in het hoornvlies te zien. Dit is de ontstekingshaard (infiltraat). Het infiltraat kan verschillend zijn van vorm en grootte. Een ontsteking aan het hoornvlies gaat vaak gepaard met pijn, lichtschuwheid en overmatig tranen. Als de ontsteking zich in het midden van hoornvlies bevindt, dus voor de pupil, is het gezichtsvermogen verminderd.
Een hoornvliesontsteking ontstaat meestal maar aan één oog. Vaak zijn dan ook andere weefsels in het oog ontstoken, zoals de oogleden of het bindvlies.
Een ontsteking kan verschillende oorzaken hebben. Meestal gaat het om een infectie door een bacterie, virus of schimmel. Maar ook chemicaliën, straling, een trauma en afwijkingen aan het ooglid kunnen een hoornvliesontsteking veroorzaken. Alleen een virusinfectie kan optreden zonder dat het hoornvlies beschadigd is. In alle andere gevallen is het wel beschadigd voordat de hoornvliesontsteking optreedt.
Als de hoornvliesontsteking is hersteld, kan er een litteken achterblijven. Dit is een troebele plek. Het litteken belemmert het zicht niet als het aan de rand van het hoornvlies zit. Maar bevindt het litteken zich voor de pupil, dan zal het zicht blijvend verminderd zijn.