Wat is diabetische retinopathie?
Schade aan het netvlies door diabetes (suikerziekte) heet diabetische retinopathie. Bij diabetes heeft u te veel glucose (suiker) in uw bloed. De glucose beschadigt de bloedvaten in uw lichaam. Ook de kleine bloedvaatjes in uw netvlies.
Bij de meeste mensen met diabetes ontstaat vroeg of laat diabetische retinopathie. Dit geldt zowel voor mensen met diabetes type I als diabetes type II. Twintig jaar na de diagnose diabetes zijn de kleine bloedvaatjes in het netvlies bij 35 procent van de mensen beschadigd.
Soorten
- Niet-proliferatieve diabetische retinopathie > In het begin is er nog maar weinig schade aan de bloedvaatjes in uw netvlies. De bloedvaatjes rekken een beetje uit en kunnen wat vocht en vet gaan lekken. Dit hoopt zich voor een deel op in uw netvlies, maar hoeft nog geen problemen te veroorzaken. Als de bloedvaten meer gaan lekken, krijgt u wel klachten. U heeft dan niet-proliferatieve diabetische retinopathie.
- Proliferatieve diabetische retinopathie > De bloedvaatjes in uw netvlies kunnen ook nauwer worden. Uw oog krijgt daardoor te weinig zuurstof. Het oog probeert dit op te lossen door nieuwe bloedvaatjes te maken. Deze bloedvaatjes zijn niet zo sterk. Ze gaan snel kapot. Bloed, vocht en vet kunnen dan binnenin het oog komen. Dit heet proliferatieve diabetische retinopathie.
- Diabetische maculopathie > Als vocht en vet in de macula (gele vlek) lekken, heet dat diabetische maculopathie. De macula is een heel klein gebiedje in het midden van het netvlies. Met dit deel van het netvlies kunt u scherp zien. Heeft u diabetische retinopathie in de macula, dan wordt uw gezichtsvermogen in korte tijd slechter.
Symptomen
Diabetische retinopathie heeft meerdere symptomen. Welke klachten u heeft, hangt af van hoe groot de schade is en welk deel van uw netvlies is beschadigd. In het begin heeft u vaak nog geen klachten. U krijgt pas klachten als uw netvlies al flink is beschadigd. Daarom is het belangrijk om uw ogen regelmatig te laten controleren.
Diabetische retinopathie ontstaat meestal in beide ogen, maar niet altijd tegelijk. Laat u diabetische retinopathie niet behandelen, dan wordt u uiteindelijk blind.
Dit zijn de belangrijkste symptomen van diabetische retinopathie:
- U ziet minder scherp
- U ziet wazig
- De beelden die u ziet zijn vervormd
- U ziet kleuren minder helder
- U heeft last van dubbelzien
- U ziet bewegende vlekken of slierten
- U ziet minder goed in het donker (nachtblindheid)
Diabetes kan ook oogklachten geven die niets met retinopathie te maken hebben. Een voorbeeld hiervan is een wisselende gezichtsscherpte. Dit komt niet door beschadiging van uw netvlies, maar door schommelingen in het suikergehalte in uw ooglens. Op het moment dat het suikergehalte weer goed is, ziet u weer scherper. Ook kan het voorkomen dat uw ogen niet meer goed kunnen bewegen in uw oogkassen. Uw oogspieren zijn dan aangetast door de te hoge suikerspiegel in uw bloed.
Meer weten over diabetische retinopathie?
Vraag dan nu de gratis digitale brochure aan.
Behandeling
Gelukkig zijn er tegenwoordig onderzoeks- en behandelmethoden die de schade door retinopathie tot stilstand kunnen brengen. Wel is het belangrijk dat diabetische retinopathie vroeg wordt ontdekt. Hebt u diabetes? Ga dan regelmatig naar de oogarts om uw netvlies te laten controleren.
Uw ogen hoeven niet altijd meteen behandeld te worden. Dat is alleen nodig als u ernstige klachten heeft of als de oogarts ziet dat het erger wordt. Ook daarom is het belangrijk dat u uw ogen regelmatig laat controleren. Behandeling kan gebeuren met:
- Laser > Zijn de bloedvaatjes van uw netvlies beschadigd, dan kunnen uw ogen met laser worden behandeld. De laserstralen dichten de lekkende bloedvaatjes. Ze kunnen ook het woekeren van bloedvaatjes remmen. Een laserbehandeling kan diabetische retinopathie niet genezen. Het kan er alleen voor zorgen dat uw gezichtsvermogen minder snel afneemt. De achteruitgang van de kwaliteit van het netvlies gaat wel gewoon door. Het kan daarom zijn dat u vaker een laserbehandeling moet ondergaan.
- Glasvochtoperatie (vitrectomie) > Bij niet-proliferatieve diabetische retinopathie lekken de bloedvaatjes in het netvlies vocht, vet en bloed. Dit hoopt zich op in het netvlies, maar kan voor een deel ook in het glasvocht terechtkomen. Glasvocht zit tussen de ooglens en het netvlies in. Het zorgt ervoor dat uw oog z’n ronde vorm houdt.
Glasvocht is helder, zodat het licht er makkelijk doorheen kan vallen. Als door de lekkage van vocht, bloed en vet het glasvocht troebel wordt, vermindert uw zicht. Een glasvochtoperatie kan dan een oplossing zijn. Bij deze operatie maakt de oogarts 3 kleine openingetjes en haalt zoveel mogelijk glasvocht weg. Hij vult het oog met een andere vloeistof (fysiologisch zout) of met gas. Het glasvocht is dan definitief weg en komt ook niet meer terug. Het gas verdwijnt vanzelf. Tijdens de operatie is ook een laserbehandeling mogelijk. De lekkende vaatjes worden daarmee dichtgemaakt. - Injecties met medicatie in het oog > Bij vocht onder het netvlies kunt u behandeld worden met injecties in het oog. Hierin zit het medicijn anti-VEGF (bevacizumab, ranibizumab of aflibercept ). Dit medicijn werkt tegen de groei van nieuwe bloedvaten en tegen lekkage van bloedvaten. Na een paar weken komt u terug voor een volgende injectie. Hoe veel injecties u totaal krijgt en hoe veel tijd er tussen de verschillende injecties zit, bespreekt de oogarts met u. Werken de injecties niet? Dan kan de oogarts een ander medicijn inspuiten. Als dat ook niet werkt, kan hij injecties met ontstekingsremmers (corticosteroïden) geven.
Behandeling diabetes
Diabetische retinopathie ontstaat sneller als uw suikerwaarden slecht geregeld zijn. Een goede behandeling van de diabetes kan dus de kans op retinopathie verkleinen. Daar hoort ook gezond en regelmatig over de dag eten en voldoende bewegen bij.
Bloeddruk en cholesterolgehalte hebben ook invloed op de snelheid waarmee diabetische retinopathie ontstaat.