“Ik ben de medische wetenschap enorm dankbaar”
“Via via hoorde ik dat leerlingen mij een leuke juf vonden. Dat deed me goed. Ik stond met plezier voor de klas, hoewel ik in eerste instantie helemaal niet van plan was om het onderwijs in te gaan. Maar na mijn studie klassieke talen kreeg ik eerst een paar keer een baan als invalleerkracht en later, hier in Groningen, een vaste aanstelling als docent Grieks en Latijn. Alle moderne talen hebben hun oorsprong in deze oude talen. Van die kennis wilde ik mijn leerlingen iets meegeven. Leuk werk.
Gezondheidsproblemen kostten mij al mijn energie, waardoor ik mijn baan helaas moest opzeggen en zelfs volledig werd afgekeurd. Mijn leven lang kamp ik met chronisch eczeem en ik heb nog verschillende andere lichamelijke aandoeningen. Van kind af aan ben ik onder behandeling van artsen. Achteraf bezien is het een hele prestatie dat ik mijn school en studie heb afgemaakt en jaren voor de klas stond. Er zit blijkbaar een grote hoeveelheid levensenergie in mij. Doorzettingsvermogen.
Kwetsbaar
Ook ernstige afwijkingen aan mijn ogen beïnvloeden al van kinds af aan mijn leven. Vanwege een dubbele rij wimpers (trichiasis) die mijn hoornvlies beschadigde én keratoconus heb ik een donorhoornvlies. Aan mijn laaghangende oogleden – ofwel blepharoptosis – ben ik al meerdere keren geopereerd. De eerste operatie onderging ik op driejarige leeftijd en de laatste op elfjarige leeftijd. Deze operatie is gedeeltelijk mislukt vanwege eczeem waardoor het traanvocht niet weg kon. Nachtenlang heb ik liggen huilen in het ziekenhuis op de kinderafdeling. Wat deden mijn ogen pijn! De techniek en de wetenschap hebben me veel gebracht. Maar vanwege te weinig kennis op dat moment zie ik nog slechts tien procent met mijn linkeroog. Dat is een kwetsbaar gegeven. Ik weiger te veel na te denken over ‘wat als het zicht in mijn andere oog verdwijnt…’.
Nalaten aan het Oogfonds
Een half jaar geleden overleed mijn man. De kanker die eerst verdwenen leek, kwam terug. Daarna ging het snel. Zijn laatste wensen heeft hij zelf met onze huisarts en de uitvaartbegeleidster kunnen bespreken. Dat moet jij ook doen, zeiden ze na zijn dood. Nu heb ik een testament én levenstestament. Mijn nalatenschap gaat deels naar het Oogfonds. Mijn artsen en de verpleegkundigen ben ik enorm dankbaar. Ik ben veel zicht kwijtgeraakt, omdat er nog te weinig kennis was. Vandaar dat ik op deze manier wetenschappelijk oogonderzoek wil steunen. Het helpt oogartsen aan meer kennis en het verkleint de kans op onnodig zichtverlies bij volgende generaties. Ook andere goede doelen, voornamelijk medische, krijgen een bedrag.
Levenstestament
Verder heb ik een levenstestament opgesteld. Want ik moet er niet aan dénken dat ik zou moeten dóórleven met bijvoorbeeld dementie. Dat je dan een kind van drie wordt. Ikke niet! Bevreemdend is het wel, om dit soort zaken vast te leggen terwijl je nog leeft en bij je volle verstand bent. Toch is – door mijn aandoeningen – de dood nooit ver weg. Mijn hele leven al. Daarom geniet ik van het nu en de mensen om mij heen.”