De klachten bij maculadegeneratie verschillen per persoon. Bij de een gaat de achteruitgang van het zicht sneller dan bij de ander. Ook hebben de verschillende soorten maculadegeneratie voor een deel andere symptomen. De symptomen van maculadegeneratie hebben wel allemaal te maken met een verandering en/of achteruitgang van het gezichtsveld. En dan met name van het centrale zien. Met het centrale zien bedoelen we het richten en scherpstellen van onze blik op een bepaald punt. Dat kan dichtbij zijn, zoals op een boek, en veraf, bijvoorbeeld op een verkeersbord.
Symptomen droge maculadegeneratie
- Minder details zien > Het begint ermee dat u minder goed details kunt zien. Misschien merkt u dit eerst niet op. Het is namelijk heel normaal dat u wat slechter gaat zien als u ouder wordt. Maar heeft u maculadegeneratie, dan lost het dragen van een bril de problemen niet op. Ook heeft u misschien het gevoel dat het te donker is om goed te kunnen zien.
- Vervormingen zien > Het zien van vervormingen in het centrale gedeelte van het zicht komt soms ook voor bij droge maculadegeneratie.
- Langzame achteruitgang zicht > De achteruitgang van het zicht gaat meestal heel langzaam. In de loop van jaren wordt het midden van wat u ziet waziger. De meeste mensen met maculadegeneratie blijven daaromheen goed zien.
Symptomen natte maculadegeneratie
- Slechter zien > In korte tijd gaat u slechter zien.
- Vervormingen zien > Het beeld dat u ziet vervormt. Rechte lijnen lijken krom of golvend. De regels van een tekst lijken bijvoorbeeld krom te lopen. Of een raamkozijn lijkt geknikt te zijn. Ook kan een vlak oppervlak een beetje op lijken te bollen. Deze vertekening van het beeld heet metamorfopsie.
Meer weten over maculadegeneratie?
Ontvang de gratis brochure.
Andere symptomen van maculadegeneratie
- Een vlek zien > Het kan zijn dat u een wazige, rommelige, grijzige of zelfs zwarte vlek in het midden van uw blikveld ziet. U kunt daar niet langs kijken. Daardoor is het bijvoorbeeld erg lastig om gezichten te herkennen. Zo’n donkere vlek wordt een scotoom genoemd.
- Kleuren worden vager > Kleuren zien eruit als op een verbleekte foto. U ziet daardoor moeilijk kleine (kleur)contrasten. Sowieso is het moeilijk om contrasten te zien als u maculadegeneratie heeft. Een wit vel papier op een witte tafel merkt u bijvoorbeeld niet op. En doordat kleuren vager worden én het zien van contrast verslechtert, kunt u gekleurde letters op een gekleurde achtergrond niet lezen.
- Dingen zien die er niet zijn > Heel soms zien mensen met maculadegeneratie dingen die er in werkelijkheid niet zijn. Dit heet het Charles Bonnet syndroom. Het gaat dan niet om lichtflitsen, sterretjes of patronen, die mensen met maculadegeneratie ook wel eens zien, maar om bijvoorbeeld voorwerpen of personen. Het zijn scherpe, duidelijke beelden. De verklaring hiervoor ligt in de hersenen. Dat werkt als volgt: We kunnen zien omdat onze ogen samenwerken met onze hersenen. De beelden die we zien, zijn maar voor een deel gebaseerd op wat we met onze ogen waarnemen. De hersenen vullen deze waarnemingen aan met andere informatie. U kunt zich dan misschien wel voorstellen, dat als uw ogen niet meer goed werken, uw hersenen toch beelden kunnen vormen.
Maculadegeneratie doet geen pijn. Ook zijn uw ogen niet geïrriteerd. Ze tranen niet en zijn niet rood. Aan de buitenkant is dus niet te zien dat u maculadegeneratie heeft.